Het leek een werkdag te worden als zovelen bij de Hoogovens. Ed Roemer had dienst van 06.00 uur 's morgens tot 18.00 uur 's avonds. Maar zijn dienst die zesde september 1942 was al na iets langer dan een uur voorbij. En wat er in dat uur gebeurde, zou hij nooit meer vergeten.

Roemer is inmiddels 101 en beseft nog bijna dagelijks dat zijn leven die oorlogsdag 76 jaar geleden voorbij had kunnen zijn. Met een paar collega's zat hij te wachten op het moment dat de ovens geladen konden worden toen één van zijn maten opeens een vliegtuig hoorde naderen. Het luchtalarm was vreemd genoeg niet afgegaan, maar de collega vertrouwde het niet en schreeuwde dat ze dekking moesten zoeken. "Vijf man ging de ene kant op, ééntje koos voor een andere vluchtweg."

Bominslag

Toen ze na de betrekkelijk lichte bominslag in de ravage naar elkaar op zoek gingen, bleek één man te ontbreken. Het was Jan Hofmann (38). "We zijn hem gaan zoeken en vonden hem na een tijdje. Dood. Getroffen door een granaatscherf. Vreselijk. Maar ja, het was het noodlot." Hofmann was de collega die als enige een andere kant was opgegaan toen het vliegtuig naderde en zijn bommen liet vallen.

Nog bijna dagelijks denkt Roemer, die nog uitermate vitaal is, aan het bombardement in het najaar van 1942. En aan wat een geluk hij toen heeft gehad. "Ja, voor hetzelfde geld was ík het geweest die was getroffen."

Mazzelaar

Vooral op dagen als deze denkt hij aan zijn collega die met 68 andere Hoogovens-slachtoffers van de Tweede Wereldorlog op 4 mei traditioneel worden herdacht bij het monument vlak voor de ingang van wat tegenwoordig Tata Steel heet. "Als ik tijdens de herdenking langs het monument loop en ik zie de naam van Jan Hofmann staan, dan besef ik wat een mazzelaar ik ben met mijn 101." 

Roemer ging kort na het bombardement weer aan het werk bij de Hoogovens, waar hij toen ovenlader was en later ook nog als chauffeur werkte. Alsof er niets was gebeurd, hulde hij zich weer dagelijks in zijn overall. Maar na een paar weken kwam de psychische klap alsnog. "Als ik aan het wandelen was met mijn vrouw en mijn pasgeboren zoon en het luchtalarm ging, dan kon ik me opeens niet meer bewegen. Ik blokkeerde volledig. De dokter heeft me toen een tijdje naar huis gestuurd. Toen ik daar weer begon, ging het een stuk beter. Die jongen daar zo te hebben zien liggen, had meer indruk op me gehad dan ik in eerste instantie dacht."

Herdenking

Roemer gaat elk jaar naar de herdenking. "Dat vind ik belangrijk. Even stil staan mij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog." Het doet hem deugd dat er opnieuw zoveel mensen naar de bijeenkomst zijn gekomen. "Dat betekent toch dat het nog steeds veel mensen bezighoudt."